Het herstructureringsproject betrof een appartement op de derde verdieping van een klein gebouw in het 5e district - Romito-gebied - niet ver van het station Santa Maria Novella. De aanwezigheid van een entree en enkele te ruime kamers maakten een rationelere verdeling van de ruimtes noodzakelijk om aan de behoeften van de klant te voldoen.
Het project kreeg vorm rond een centrale dienstkern met een materiële uitstraling, bedekt met een betonnen lambrisering; binnenin bevindt zich een technische ruimte die dienst doet als opslagruimte, een garderobe voor seizoenswisselingen, een schoenenrek en een waskast.
De slaapkamers en badkamers zijn gescheiden van het centrale blok door een gang die er omheen slingert, waardoor interessante doorkijkjes naar de woonkamer ontstaan. Het slaapgedeelte is gescheiden van het woongedeelte door twee aluminium en glazen deuren die in een offset zijn geplaatst, waardoor de ingang en de kapstok in directe verbinding staan met het woongedeelte en de kinderkamer wordt gescheiden van de aangrenzende keuken.
Het woongedeelte lijkt één grote ruimte: de visuele continuïteit tussen de woonkamer en de keuken wordt gewaarborgd doordat de twee functies alleen worden gescheiden door een schiereilandkast; om de diepte van de optische kegels te benadrukken, wordt aan de andere kant van de woonkamer een kleine ruimte bestemd voor slim werken afgescheiden en onthuld door een systeem van eiken latten. Op deze manier is elke functie goed te onderscheiden, maar nooit gescheiden van de aangrenzende functies, waardoor een overdreven compartimentering van de ruimte wordt vermeden. Het verlaagde plafond, de lamellen langs de ramen en het ontwerp van de kunstverlichting dragen bij aan een uniforme perceptie van de leefruimte.
De keuze voor glazen deuren breidt het uitzicht verder uit; vanuit de woonkamer wordt het materiaalblok waargenomen als een eiland met een imposante massa, naast de lichtheid van de deuren die een glimp van de kamers laten zien. Deze dichotomie is terug te vinden in de keuze van materialen en kleuren: de grijstinten van het centrale cementblok en de achtergrondmuur van de woonkamer, die de logeerkamer verbergt, gaan een wisselwerking aan met het eikenhout van het parket en de lamellen, waardoor een aangenaam chromatisch evenwicht ontstaat. Het ontwerp van het timmerwerk zorgde voor een optimaal gebruik van de ruimte door middel van een organische taal.
De renovatie interventie was een kans voor energie-efficiëntie: naast het vervangen van armaturen door monobloc systemen met geïsoleerde frames en behuizingen, werden verwarming en koeling toevertrouwd aan een plafondstralingssysteem aangedreven door een warmtepomp en geïntegreerd met een gecontroleerd mechanisch ventilatiesysteem dat bijdraagt aan de luchtuitwisseling, de kwaliteit ervan verbetert en warmte terugwint die anders verloren zou gaan. Dankzij de voltooide werkzaamheden kon het appartement van klasse G naar klasse A2 worden gebracht, wat resulteerde in economische besparingen en een verbetering van het wooncomfort.