Het vroegere Verzekeringsbankgebouw op het Amsterdamse Frederiksplein werd gebouwd in 1967 en ontworpen door Arthur Staal (1907-1993). Het was een uitzonderlijk project voor de modernist Staal, die werd uitgedaagd om in de gevel uitdrukking te geven aan het feit dat er voorheen twee gebouwen op de kavel stonden. Dit resulteerde in een uniek kantoorgebouw: modern als het was, refereerde het ook aan het verleden, zij het op abstracte wijze. In deze hoognodige renovatie heeft Office Winhov de plasticiteit, materialisatie en het kleurgebruik van de originele gevel opnieuw zichtbaar gemaakt, en dit gebruikt als inspiratiebron voor het interieurontwerp.

De uitzondering in zijn oeuvre
‘Het is altijd een polariserend gebouw geweest. Voorbijgangers vinden het prachtig of juist oerlelijk,’ zegt Uri Gilad van Office Winhov lachend. ‘Wij behoren inmiddels tot de eerste categorie – we hebben ervan leren houden.’ Het kantoorpand met winkels op de begane grond is zeker uitzonderlijk in het bejubelde oeuvre van de Amsterdamse architect Arthur Staal (1907-1993). Vier jaar voor de oplevering van zijn bekendste werk, de Shell-toren in Amsterdam-Noord (de huidige A’ DAM toren), had hij al roem vergaard met verschillende kantoorgebouwen in Amsterdam, zoals het aan de Weesperstraat gelegen Metropool uit 1964.
De opdracht op het Frederiksplein was anders. De modernist Staal werd gevraagd om via de gevel uitdrukking te geven aan het feit dat er voorheen twee gebouwen op de kavel stonden. Dit resulteerde in een bijzonder kantoorgebouw dat ondanks zijn moderniteit – al was het op abstracte wijze – refereerde aan de omliggende historische bebouwing van de Utrechtsestraat en de Grachtengordel.

Hoe het historische gemoderniseerd werd
‘Het was echt een gevecht voor Staal. Hij wilde één modern gebouw ontwikkelen, maar de welstandscommissie van de stad stelde voor dat hij de oorspronkelijke percelen van de twee voormalige historische gebouwen zou volgen. Ik heb de brief met zijn antwoord gelezen – hij stak zijn irritatie bepaald niet onder stoelen of banken,’ zegt Uri. ‘Je ziet die innerlijke strijd ook terug in het eindresultaat: hoe hij probeerde trouw te blijven aan zijn modernistische principes en tegelijkertijd probeerde de twee gebouwen te verbinden en ook met de bredere omgeving een relatie aan te gaan.’

Het kleinere hoekgebouw werd een massief bakstenen constructie met ramen aan de Utrechtsestraat, het diepere gebouw aan het plein zelf kreeg een gevel van aluminiumkozijnen. Dankzij de doorlopende gevellijn en de bijzondere dakbeëindigingen ontstond een zekere eenheid.
‘Staal heeft duidelijk diep nagedacht over de gevel, net als over die expressieve dakafwerking, een element dat ook terug te vinden is in de rest van zijn oeuvre. Op een moderne en abstracte manier lijkt het dak op de historische gevels in deze buurt.’

Licht, materiaal, actie
Deze renovatie wil de opvallende plasticiteit, materialisatie en het kleurgebruik van de oorspronkelijke gevel onthullen. ‘En hoewel het gebouw officieel geen monument is, heeft Office Winhov het wel als zodanig behandeld. Hoewel de gevel volledig vervangen moest worden om te voldoen aan de huidige duurzaamheidsnormen, zijn we zeer loyaal gebleven aan zijn ontwerp. We hebben het ook gebruikt als inspiratiebron voor het interieur.’
‘Hij probeerde zo veel mogelijk licht het kantoor in te brengen, wij vinden het fantastisch hoe hij daarover nadacht, dat hebben we echt willen vieren. We hebben de dichte borstweringen ook weer transparant gemaakt en je e ziet dat terug in de manier waarop je door het gebouw beweegt, in de afwisseling tussen grotere open ruimtes en intiemere, kleinere ruimtes. Mensen zeggen dat het haast huiselijk aandoet.’

En hoewel het nog steeds vooral een kantoorgebouw is, vat Office Winhov dat ‘huiselijke’ op als een compliment. ‘Dat was onze grootste uitdaging bij dit project. Het huidige kantoor van de klant bevindt zich in een klassiek grachtenpand met houten trappen en plafondschilderingen. We wilden die sfeer van huiselijkheid en comfort hiernaartoe meenemen, en tegelijkertijd trouw blijven aan de simpele lijnen en oorspronkelijke materialen van dit gebouw.’

Van buiten naar binnen
Na jarenlang achterstallig onderhoud en talloze ad hoc- renovaties, moest het gebouw worden aangepast aan de huidige vereisten voor een kantoorgebouw en aan de duurzaamheidsnormen van deze tijd. Het enige wat nog resteert van het oorspronkelijke interieur zijn de structuur van het gebouw en de centrale hoofdtrap – hoewel het travertijn dat Staal gebruikte in de openbare ruimtes en rond de trappen is hergebruikt.

‘Dit is het soort project waarbij de architectuur en het interieurontwerp een sterke samenhang vertonen. Dit is feitelijk ons interieur – niet dat van Staal. Maar het is beïnvloed door de verhoudingen en de structuur van het gebouw, net als door de materialen die al gebruikt werden.’
Het ritme van de warme eikenhouten wanden –met hun open en gesloten panelen, deuren en kasten – komt dan ook overeen met ritme van de constructie en de gevel. En het gebruik van Travertijn in het trappenhuis en op de hogere verdieping komt overeen met het materiaalgebruik van Staal in het oorspronkelijke gebouw. Vanwege de lage plafonds werd gekozen voor een verticale structuur van schachten om een gevoel van ruimtelijkheid te creëren, hierdoor ontstond een eenvoudige indeling met een transparante centrale kern en een open netwerk van vergaderruimtes daaromheen.

Bijpassend interieur
De sfeer van een kantoor in de jaren zestig, de oorspronkelijke bouwperiode, diende ook als inspiratiebron voor het nieuwe interieurontwerp, met onder meer meubilair en verlichting van Leon Stynen, Eero Saarinen en Charles en Ray Eames, en lampen van Verner Panton. Maar om een al te nostalgische sfeer te voorkomen zijn veel elementen van het interieur op maat gemaakt in samenwerking met lokale bedrijven, zoals de kleurrijke tapijten in de conferentieruimtes van textielontwerper Edith van Berkel.

Het bedijfsrestaurant bevindt zich op de bovenste verdieping van het gebouw, waar Staal voor een expressieve dakafwerking koos. Het resultaat is een bijzondere, stille plek midden in de stad, met hoge ramen, een dakterras en vrij uitzicht over het Frederiksplein met zijn vele klassieke gevels.
Kortom, het resultaat van dit project is een integrale transformatie, waarbij de gebruiksvriendelijkheid hersteld is en de kwaliteit van het bestaande gebouw weer onthuld is. Dit gebouw is er klaar voor om de komende decennia een inspirerende, comfortabele werkplek te bieden – en als vanouds een polariserend effect te hebben op passanten.

Team:
Architectuur en interieurontwerp: Office Winhov
Team: Uri Gilad, Rick Bruggink, Anna Janssen, Charles Hueber, Susanna Scholten, Rogier van der Brink, Asli Kolbas
Installatieadviseur: Wolf Dikken adviseurs
Constructeur: Strackee
Bouwfysica/brandveilgheid: Cauberg Huygen
Bouwdirectie en projectmanagment: MVGM & Circle Real Estate
Aannemer: Biltz B.V.
Interieurbouw: Finitouch interieurbouw B.V. & Gebroeders Bos
Projectinrichting: Lensvel
Fotografie: Max Hart Nibbrig, Stefan Müller

Gebruikte materialen:
Maatwerk tafels: Arco
Tapijtontwerp: Edith van Berkel
Leveranciers:
Mat comfort – naadloos akoestisch klimaat plafond
Skylift – liften
Forbo – Cementgebonden gietvloer
Desso – tapijt
Vescom – vinyl en linnen wandbekleding
Apra Fenix – meubellaminaat
Arco – eiken tafels


