Niets is wat het lijkt. Achter een bescheiden burgergevel gaat een explosie van licht en leven schuil. Veilig geborgen maar hartelijk. Een genereuze inkomhal betrekt dienstfuncties als vestiaire, bezoekerstoilet en kelder bij het wonen en vormt het scharnierpunt tussen het leef- en nachtgedeelte. De met figuurglas beslagen stalen deur medieert verder de overgang van straat naar intimiteit. Hierachter ontploft een met licht overgoten fluïde ruimte waarin ‘plekken’ als keuken, eetkamer en zithoek worden gesuggereerd door variaties in plafondhoogte, materiaalkeuze en detaillering. Het theatraal verhoogde glazen vakwerkplafond maakt duidelijk waar de eettafel hoort te staan.  Lange drukkende houten balken en een wandkabinet ensceneren de zithoek.