De vestiging Koningsdal van het maatwerkbedrijf Ryhove bestaat sinds 1981 en biedt mindervaliden de kans om als volwaardige burgers productieve arbeid te verrichten in de stad. Na decennia van geleidelijke expansie oversteeg het succes de draagkracht van de site: de bewegingen van mensen en producten op de site verliepen ondertussen niet efficient meer, broodnodige uitbreidingen leken ondenkbaar.
Bovendien vertoonden een aantal gebouwen tekenen van verval waardoor het bedrijf zich in de woonwijk presenteerde als een verouderde werkomgeving. Het bedrijf had twee opties: de site verlaten voor een efficiënte nieuwbouw in een perifeer industriepark of toch de uitdaging aangaan om alle – vaak conflicterende- wensen op de site te verzoenen. De keuze werd gemaakt om op de site gevestigd te blijven, waardoor de werknemers in hun vertrouwde, goed bereikbare omgeving konden blijven werken.
Een gedeelte van het bestaande complex werd strategisch afgebroken om plaats te maken voor een nieuwbouw. Het nieuwe gebouw werd ingezet om de site te herstructureren, de logistieke activiteiten te organiseren en bijkomende kantoor-, parkeer- en atelierruimte te creëren.
Een belangrijk uitgangspunt daarbij was het aanvaardbaar maken van de industriële uitbreiding in een woonomgeving. Daarom neemt het gebouw het ‘rijhuis’ als uitgangspunt van de interventie, eerder dan terug te vallen op een industriële ‘doos’ typologie. Het huis als werkplek werkte bovendien inspirerend en leek meteen een aantal kwaliteiten te waarborgen die vaak in genormeerde werk- en kantooromgevingen ontbreken. Een traveemaat van ca. 5 m werd ingezet om de straatgevel te maken, beëindigd met een vertrouwd zadeldak.
Om de hoek wordt het zadeldak verdrievoudigd om aansluiting te maken met het bestaade gebouw. Daarmee wordt in het midden een laad-en loszone omarmd: de plaats waar het reslutaat van het lange werken – de afgewerkte producten - wordt opgehaald om geleverd te worden bij de bestemmeling. Dit komen en gaan van goederen wordt niet verschoven naar een achterafplek, maar in het hart van het bedrijf geplaatst. Het zwaartepunt van het gebouw valt daarmee samen met een open ruimte.
Het gebouw is opgetrokken uit bonkige elementen. Geprefabriceerde kolommen, CLT panelen en sandwichelementen werden, meestal zonder verdere afwerking, geassembleerd tot een bonte constructie waarvan het karakter heen en weer slingert tussen dat van een domestiek en industrieel gebouw. Deze slingerbeweging zet zich ook verder in het interieur, waar de werkplekken werden geschikt onder het vertrouwde zadeldak, omgeven door houten meubilair met zacht vilt bekleed en waar allicht op een dag een glasgordijn wordt opengeschoven als er in de straat wat te gebeuren staat.
