Elementair en gericht op een materieloos verblijf
In de jaren negentig kregen wij opdracht om aan het weidse water van de Braassemermeer een weekendhuisje voor de familie Beins- Den Hertog te ontwerpen. Strikte gemeentelijke bepalingen schreven voor dat het te bebouwen perceel niet meer dan 47 m2 mocht meten. Zo verrees op een vierkante plattegrond een zomerhuisje pal op het meer gericht, met een groot gestroomlijnd dak dat als een vleugel met de wind mee naar achteren ligt. In het midden daarvan, richting water, bevindt zich een fors raam met zicht op de Braassem.

Een cabine van hout, metaal en glas met rondom een vlonder, daarna gras en weer een vlonder aan het open water dat stil maar ook woest kan zijn met het huisje als veilige haven, een open cocon die ook hermetisch met luiken afgesloten kan worden. De inrichting is elementair en gericht op een materieloos verblijf. Op de begane grond bevinden zich een zit- en eethoek, Amerikaanse keuken en sanitair. Een trap leidt naar de slaapverdieping op de entresol onder het halfronde dak. De glazen balustrade daar geeft een doorkijk naar de kamer beneden; terwijl de open gevelhoeken en het grote raam boven ongehinderd uitzicht bieden over de strook land richting water. De gevelhoge uitschuifbare houten luiken doen tevens dienst als windscherm. Aan de achterzijde vormt de royale luifel een overdekt entreebordes met blik over het polderlandschap. In 2015 werd het weekendhuis uitgebreid met een bijgebouwtje.

Een mailbox als folly bij de Braassemermeer
Een metalen Amerikaanse postbus was het uitgangspunt van de opdrachtgever voor dit kleine bijgebouw dat binnenkort naast het eerder door ons ontworpen zomerhuisje van de familie Den Hertog-Beins aan de Braassemermeer zal verrijzen. De bouw van de folly startte december 2014. Toen werd de eerste paal geslagen in het sompige, met wilgen begroeide stukje uiterwaard dat zicht biedt op het fenomenale water van de Braassem en de streep land in de verte.

Het tonvormige gebouwtje met het 'gedeukte' dak is ons antwoord op de bestemmingsplaneisen voor dit terrein, namelijk dat er totaal slechts 90 m2 bebouwd mag worden. Het er naast gelegen zomerhuisje dateert van 2001 en omvat ca. 47 m2, reden dat de folly - die een schuurtje verving - slechts rond de 40 m2 meet. Beide gebouwtjes hebben een naar de plas gerichte glazen pui met openslaande deuren en schuifluiken die tevens dienst doen als windscherm.

De buitenkant van de folly is bekleed met zink, de binnenkant is van hout. Aan drie zijden ligt een terras van houten planken dat in de toekomst even grijs zal worden als dat van het zomerhuisje. Op het terras langs de westgevel is een windmolentje geplaatst die het gebouwtje van elektriciteit voorziet. Een insteektrap, met daarachter een sanitairblok, deelt de begane grond in een atelier (voor) en een opslagruimte (achterzijde). Een trap leidt naar de bovenverdieping. Deze ontvangt licht via een ronde dakkapel aan de westzijde die qua vorm overeenkomt met die van het naastgelegen zomerhuisje. Ramen en terrasdeuren zijn af te sluiten met luiken van het zelfde materiaal dat is gebruikt voor het zomerhuisje. Zie ook: Weekendhuisje, Braassemermeer.